Nu de winters steeds warmer worden in Nederland en de watertemperatuur vaak niet verder zakt dan de ‘magische’ negen graden, is het tijd voor een andere manier van karpervissen.
Aasgedrag van de karper
Wanneer de ‘R’ in de maand zit, de dagen korter worden en de nachten vochtig en koud verlopen, is het najaar aangebroken. Langzaam dalen de landtemperaturen en de watertemperaturen schommelen daar achteraan. Waar karpers in de maanden september, oktober en november aan een ware voedselorgie beginnen om te kunnen teren op hun wintervet bij extreme weersomstandigheden, valt in de maand december en januari het aasgedrag vrijwel stil. Korte aasperiodes van enkele minuten tot een half uur per dagdeel zorgen ervoor dat het karperlichaam weinig energie verbruikt en de karper zal veelal stil liggen op de bodem in zijn winter holding.
Ondiep water
De dagen worden korter, de eerste nachtvorst dient zich aan. Nu de oeverbegroeining rondom het water begint af te sterven en alle bladeren dankzij de najaarsstormen van de bomen zijn gewaaid, wordt ook het voedselaanbod schaarser. ‘Warme winterdagen’ zorgen er nu voor dat ondiepe watergedeelten bij de minste zon of temperatuursstijging al enkele graden opwarmen. Dit is de plek waar karpers graag naar toe trekken voor hun korte dagelijkse maal. Als een ware snackmuur worden oevers afgezocht en ook onder kale bomen en struiken valt nog wel wat voedsel te vinden.
Oppervlakte vissen in koud water
Je zou denken dat het oppervlakte vissen op karper in de winter gelijk staat aan oppervlakte vissen in de warmere maanden, maar dat is niet het geval. Waar karpers in de lente en zomer opportunistische eters zijn en zo ongeveer alles in hun mond nemen om te proeven, zijn ze in de winter echte fijnproevers met de nadruk op ‘fijn’. Dit houdt in dat het haakaas en voer kleiner gemaakt moet worden om geen argwaan te wekken. Kleinere brokjes voeren, kleinere haakaasjes en broodkorstjes. Tijdens de spaarzame aasperiodes aan het vaak brandschone oppervlakte water zal de karper voorzichtiger zijn dan normaal, wat zich vaak uit in het net onder het oppervlak aanzuigen van de kleinere voedseldeeltjes. Ėén geluid, beweging of windvlaag en het azen is per direct afgelopen, ga dus behoedzaam te werk.
Visstekken zoeken
Zoek de windstille plekken op je water met de nodige overgebleven hoge begroeiing, hier liggen karpers vrijwel het hele jaar door omdat er van alles uit de lucht komt vallen dat eetbaar is. Kies een vrijwel windstille dag het liefst een zonnige. Na de stekkeuze te hebben bepaald voer je een flink aantal handen brokjes voor de kant en onder het struikgewas, neem altijd voldoende voer mee in de winter heb je meer voer nodig om karpers aan te trekken. Hou het bij één voerplek vanwege de watervogels die nu extra allert zijn op voer en alles zien liggen aan het oppervlak. Ga na het voeren op een flinke afstand zitten van de waterkant en observeer desnoods met een verrekijker of de zoomlens van je camera. Je zal al snel zien dat als er karpers actief zijn zij uiterst voorzichtig azen. Heb vooral veel geduld, het kan soms één tot enkele uren duren voor de eerste karpers de zin hebben gevonden om te gaan eten.
Het materiaal
Basic is het woord in de winter, vooral geen poespas. Wat je nodig hebt is een flinke zak kattenvoer liefst twee (eerst testen of het drijft!), drijvende hondenbrokken en witbrood korsten, tot zover het aas. Qua materiaal red je het met een goede karper penhengel een degelijke molen en een paar setjes (kleine) haaken en haarelastiekjes. Het landingsnet, de onthaakmat en overige bagage zijn natuurlijk als vanzelfsprekend. Een polaroid zonnebril is geen overbodige luxe met de veelal laaghangende zon en extreme schittering op het water oppervlak.
Gespot
Nu je de eerste karpers hebt zien azen wacht je nog een tijdje met het inwerpen van je haakaas, eerst observeren wat ze precies doen! Happen ze gortig?, zijn ze amper te zien?, bewegen ze vluchtig?, zie je staarten of bekken?, allemaal kenmerken die duiden op een bepaald gedrag dat je moet zien te ontcijferen. Wanneer je het eenmaal door hebt benader je de vissen uiterst voorzichtig en werp je je op hun gedrag aangepaste haakaas een flink stuk van ze vandaan. Nu werp je nog wat extra handjes voer vlakbij de azende vissen en trek je je haakaas er middenin. Het afwachten kan beginnen, afwachten dat vaak meerdere uren kan duren, geduld is een schone zaak in de winter.
Beet!
Het pakken van het aas kan op verschillende manieren gebeuren. Karpers duwen het drijvende haakaas graag voor zich uit in de winter om er zeker van te zijn dat het eetbaar is. Soms stuitert het haakaas op het wateroppervlak op en neer als de karper er onder ligt en zeer voorzichtig het aasje opneemt en uitspuugt, maar er zijn ook enkelingen die gretig het aas weggrissen alsof het zomer is. Bij alle opnames luidt, sla niet te vroeg!. Misslaan in de winter betekent meestal einde oefening.
Tot slot
Wil jij dit ook eens gaan proberen in de winter?, de middagperiodes tot vlak voor het donker zijn meestal de beste tijden om oppervlakte te vissen omdat het water dan net een paar graden warmer is geworden dankzij de zon. Veel uitproberen en experimenteren met aas kan jou meer brengen in de winter en het voordeel is dat je slechts een beperkt aantal uur de kou in hoeft, daarnaast is de winter de rustigste periode langs de waterkant maak daar gebruik van.
Heel veel wintersucces!
Alvar Besemer