Penvissen in de winter

Penvissen in de winter

Beste karpervissers, in dit artikel neem ik jullie mee op een sessie penvissen. Ik hoop dat jullie er net zoveel plezier aan beleven als ik.

Bij het opkomen van de zon, spring ik met hengel, schepnet,onthaakmat, een blikje mais en wat hennep op de fiets. In mijn zak heb ik een extra pennetje, doosje lood en haken klaar om de schubbenjakken te stalken. Aangekomen op het kleine, maar o zo mooi watertje, gaan we even rustig kijken. Waar zien we belletjes, kringetjes en dat soort dingen? Waar is de vis?

Een klein beetje mais en wat hennep is in de winter al meer dan genoeg

Gevonden!! In het hoekje van het watertje bij de buis. Voorzichtig sluip ik naar de waterkant. Hopende dat ik de vis niet verjaag, gooi ik heel voorzichtig wat maiskorrels onder de kant. Echt maar een stuk of 10 met wat hennep. Het water is koud, dus de vis aast minimaal, dus kleine beetjes mais en wat meer hennep werkt super. Als de vis op het hennep gaat azen, stoppen ze niet meer en komt het mais ook aan bod.

In de eerste instantie gaan we nog niet eens vissen, maar sluipen we weer terug en lopen weer verder op zoek naar aas belletjes. Helaas vind ik verder weinig vis, dus maken we maar 2 extra stekjes op de standaard plekken. Ik begin met vissen op het laatste aangevoerd plekje. Ik doe mijn mais korrels aan de haak en laat ‘m heel langzaam op m’n plekje zakken. Daar staat mn pennetje echt heel mooi. Net een millimeter puntje boven water. Gelukkig kan ik nu zo gevoelig vissen, want er staat weinig wind en het water is rustig.

Binnen 5 minuten zie ik al een bellenspoortje richting m’n pen gaan. Oee wat is dit spannend! Mijn hart slaat 1000 slagen. Een klein kolkje verschijnt naast m’n pen, die mooi staat te zwaaien. Langzaam komt m’n pennetje omhoog, om vervolgens heel langzaam weg te lopen. Ik breng de lijn op spanning en geef een kleine tik… Shit mis!

Omdat de vis geschrokken zal zijn, verkas ik naar de eerst gevoerde plek, maar eerst gooi ik nog wat mais en hennep op de plek om later terug te keren. Aangekomen op de eerst gevoerde stek, zie ik een flinke bellen plakkaat. Snel laat ik m’n pennetje onder de kant zakken. Het spel herhaalt zich. Dit keer is de vis gehaakt en kan het drillen van een mooi klein spiegeltje beginnen. In mezelf denk ik nog; “wat een lief klein spiegeltje” en wat een leuke dril! Alle kanten ging de vis op. Klein fel ding. Na de vis geland te hebben en even gecheckt op wondjes etc., mag die weer terug, met de woorden; “Stuur je oma maar”.

De jeugd die statisch aan het karpervissen waren, kwamen ook even buurten.

Normaal gesproken laat ik de stek met rust en ga dan naar de volgende stek, maar tot mijn verbazing, zie ik gewoon weer een bellenspoor naar de voerplek gaan. Ik denk nog; “’t zal toch niet”, maar ja hoor, binnen 2 seconden dat de vis is terug gezet, aast er al een ander. Nou maar wat mais en hennep erbij en gaan! Het duurt dan ook niet lang, of het spelletje begint weer van voor af aan, alleen dit keer voel ik me toch een klap en m’n slip giert het uit!

Ik moet de vis stoppen, want hij koerst recht naar een in het water gevallen boompje. Langzaam probeer ik m’n slip af te remmen met de hand; het werkt! De vis draait en gaat naar de andere kant van de sloot, om vervolgens zichzelf even te laten zien. Ik verstijf zowat. Ik voelde al aardig wat gewicht, waar de vis ook handig gebruik van wist te maken, maar dit verwachte ik niet en slaak dan ook een oerkreet uit. Enthousiasme… Dit kon wel is richting 30 pond gaan! Zoals eerder, de vis wist goed gebruik te maken van z’n gewicht en donders, wat is die sterk. Na een kleine 20 minuten drillen, mocht ze van mij naar het net.

Genietend van de vis, nog steeds onder invloed van de adrenaline!

Na de vis te hebben geïnspecteerd, blijkt dat het 1 van de oudste vissen is die het water kent en ook nog op z’n top gewicht; 28 Pond en maakt het meteen de zwaarst gevangen vis van het water. Ik ben in extase van geluk, want de afgelopen tijd wilde het niet zo vlotten, maar deze oude karakter beauty, maakt alles weer goed.

Groet, Ramon.